Nieuwe Bijbelvertalingen?

Hoe zit dat?

En, maakt het eigenlijk wat uit, de ene of de andere vertaling?

Het punt hier is, dat het niet draait om verschillende vertalingen van 1 origineel. Het draait om vertaling van verschillende 'originelen' !

 Het grote verschil tussen de oude- en de nieuwe vertalingen ligt in het gebruik van verschillende manuscripten.

Het antwoord op de vraag welke 'vertaling' we moeten gebruiken om Gods Woord tot ons te nemen, draait dus in eerste instantie om de vraag of de bron - het 'originele' Manuscript - betrouwbaar is.

 De eerste keer dat God geciteerd werd, kwam het citaat uit de bek van de slang:

Genesis 2 [2 v.] En de HEERE God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten; Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.

Genesis 3 [2 v.] De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?

Mattheüs 4[1 v.] Doch Hij, antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat.

(Het ´maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat´ mist in veel nieuwe vertalingen.)

In Genesis 3 lezen we de eerste 'interpretatie' van een woord "dat door den mond Gods uitgaat". Duidelijk is daarmee dat Gods Woord in elk geval al sinds de schepping van de mens aangevallen en verdraaid wordt.

Hier willen wij ons voornamelijk richten op het Nieuwe Testament. Deze Woorden Gods werden aan anderen dan alleen Joden toevertrouwd.

Wat is ermee gebeurd? Vandaag de dag zijn er zoveel verschillende lezingen en 'vertalingen' van het Nieuwe Testament die elkaar in "gezonde leer" tegenspreken dat de woorden van Paulus uit het eerste hoofdstuk van de brief aan de Galaten zeer actueel worden:

6 Ik verwonder mij, dat gij zo haast wijkende van dengene, die u in de genade van Christus geroepen heeft, overgebracht wordt tot een ander Evangelie;

7 Daar er geen ander is; maar er zijn sommigen, die u ontroeren, en het Evangelie van Christus willen verkeren.

8 Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.

9 Gelijk wij te voren gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indien u iemand een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt.

Hier is dan ook meteen duidelijk dat het Evangelie al in de tijd van Paulus aangevallen en verdraaid werd. Ook 2 Thess. 2 vers 2 laat zien dat er toen al 'vervalsde' brieven "als van ons geschreven" in omloop waren. 

 

Zouden er vandaag zulke vervalsde brieven in omloop kunnen zijn? Of zouden de valse brieven van toen, nu vertaald, nog in omloop kunnen zijn?

Onderstaand schema maakt duidelijk dat er inderdaad veel verschillende manuscripten in omloop zijn:

chart

 

Onze Statenvertaling is een vertaling van dezelfde stroming als die van de Engelse King James Version, net als bijna alle bijbels in alle talen van voor 1900.

Alle originele manuscripten zijn verloren gegaan. Van de hand van Moses, Paulus, Johannes of welke profeet of apostel ook bestaan geen geschriften meer.

De leer die Paulus en de andere apostelen brachten werd veelal even welkom ontvangen als de Verlosser wiens aanstaande Koninkrijk zij verkondigden dat werd in de tijd dat Hijzelf `Het Koninkrijk van God`predikte. De Boodschap moest hetzelfde vernietigende lot ondergaan als de Boodschapper,`Weg ermee`.

Wanneer Paulus een brief stuurde naar een Gemeente van gelovigen wilden alle leden horen wat hij schreef. Vanzelfsprekend werd de juist ontvangen brief op de sabbatsvergadering, wanneer men gewoonlijk samenkwam, voorgelezen. Gelovigen hadden vaak een flinke voetreis afgelegd om op de plaats van samenkomst te verschijnen, en het was dan ook praktisch een afschrift van de brief te maken. Wellicht werd zo´n brief wel 100 keer gekopieerd en thuis nog eens uitgebreid nagelezen. Zo ging het in Corinthe, in Thessalonica, op Kreta...overal. De brieven werden uitgewisseld tussen gemeenten onderling en na verloop van tijd bestonden er hele verzamelingen Evangelien en brieven, stuk voor stuk met de grootste precisie gekopieerd van een origineel of een kopie daarvan.

Dat ook in de vroege kerk het Woord van God al onder vuur lag, bewijst bijvoorbeeld 2 Corinthe 2 vers 17 (verwijzend naar brieven met gnostische evangelieen). Teksten werden ook welbewust veranderd door lieden die het Evangelie haar kracht wilden ontnemen. Ja, toen al werkte het `mysterie van ongerechtigheid´! Toen enkele eeuwen later alle ooggetuigen van Jezus´ werk en woord gestorven waren, bestonden er grofweg 2 verschillende tekstverzamelingen, 1 uit Antiochie en 1 uit Alexandrie. De exclusieve Goddelijkheid van Jezus Christus was het grote verschil tussen de 2 stromingen.

Toen ene meneer Origen, hooggeprezen in de geschriften van de Vrijmetselarij, vroeg in de 3e eeuw vele ´fouten´ in de toen bestaande manuscripten van de Heilige Schrift ´verbeterde ´, deed hij dat zo dat ze pasten in zijn mystieke filosofie (Hij geloofde b.v. dat ieder mens goddelijk was, en er dus niet slechts 1 Goddelijk Mens, Jezus, was. Hij leerde dat Jezus een geschapen wezen was dat niet als God eeuwig bestond. Hij was een ingewijde in verschillende mysterieen, met de dubbele doctrine, 1 voor het exotherische volk en 1 voor de esotherische ingewijden zoals veel van de vroege kerkvaders dat waren.)

Zo´n 100 jaar later was het christendom wijd verbreid in het Romeinse grondgebied. Vele heidense ideeen en leerstellingen hadden reeds een plaats in dit christendom veroverd. Om eenheid en rust in het ´geestelijk leven´ van het rijk te verkrijgen gaf Constantijn in 331 AD de opdracht een oecomenische bijbel te laten schrijven. Dat Christus alleen de Weg, de Waarheid en het Leven is, was problematisch om christen- en heidendom samen te brengen. De taak werd toebedeeld aan Eusebius, een volgeling van Origen! Hij ontkende de Goddelijkheid van Christus en beschouwde Hem als een geschapen wezen (deze leer wordt de ´Ariaanse Ketterij of Dwaling genoemd'). Toen Eusebius´werk af was, werden er zo´n 50 afschriften van vervaardigd die voornamelijk in Alexandrie (waar een exemplaar in de beroemde biblotheek bewaard werd) en Rome belandden.

Vele vroege christenen verwierpen deze nieuwe ´vertaling´ echter. Constantijn riep het eucomenische christendom met haar geschriften uit tot de officiele staatsreligie. Om vervolging te voorkomen ging de kerk met de niet-vervalsde geschriften ondergronds. Vanuit Rome begon de oecomenische kerk steeds meer politieke macht uit te oefenen. De romeinse keizer verdween en de ´mens der zonde´werd openbaar. Hij nam plaats in de Tempel, de geestelijke woonstede Gods, en verhoogde zich boven God zelf. De bijbel werd haast iedereen geheel ontnomen en alleen priesters, geschoold in Latijn konden de ´schrift´ lezen. Wie niet geloofde wat de roomse bisschop voorschreef werd vermoord en was, onstervelijk als de engelen, voor eeuwig verdoemd tot pijniging in de hel. Donkere eeuwen kwamen over de mensheid en de mens kon alleen van brood leven, want de mond Gods was voor welhaast iedereen gesnoerd! In het jaar 538 AD kreeg de bisschop van Rome officieel de macht om ´ketters´ te vervolgen. Voor de komende 1260 jaar zou hij deze macht behouden en uitoefenen, waarbij velen hun geloof in Christus met de dood door een pauselijk bestuurde hand moesten bekoppen!

Zo hebben we dan door de eeuwen heen 3 verzamelingen van manuscripten. De Alexandrische en Latijnse, die beiden in essentie eucomenisch/gnostisch zijn, en de Byzantijnse, waarin Christus´ goddelijkheid voornaam is. Bij de val van het Oost-Romeinse rijk vlucht Erasmus met een kopie van 1 van deze Byzantijnse manuscripten naar Europa. Dit belangrijke manuscript krijgt de naam `Textus Receptus` ofwel ´ontvangen tekst´. Wanneer de Reformatie aanbreekt hebben Luther en zijn mede-reformanten deze grondtext om hun vertalingen op te baseren (Als wij onze huidige geestelijk leiders mogen geloven heeft de Reformatie 400 jaar lang vervalsde geschriften als bijbel gehad, want de Textus Receptus wordt tegenwoordig niet meer gebruikt. God heeft, volgens onze herders, de wereld 1900 jaren lang de verkeerde Bijbel gegeven!). Na meer dan 1250 jaar krijgen veel Europese volken het onversneden Woord van God in de eigen taal! Het Woord van God maakt in een razend tempo duidelijk dat het pausdom en haar leerstelling volkomen anti-christelijk zijn. Rechtvaardiging voor God, Verzoening met God, Vergeving van zonde ontvangt men door het geloof in Christus, de Zoon van God, uit genade. Geen goede daad, niet het kopen van aflaten of het geven van aalmoezen of wat een mens ook aan goeds kan doen rechtvaardigt hem, maar alleen het geloof in Christus. Goede werken zijn de vrucht van die rechtvaardiging buiten de wet van God om. Het houden van Zijn geboden wordt een feest uit dankbaarheid voor de onverdiende genade. De ellendige zondaar wordt door het geloof in de Zoon van God om niet vervuld met goddelijke Vreugde en Liefde voor zijn gelijke!

Het profetische woord krijgt de volle aandacht. Daniel, II Thessalonisensen, Openbaring, elke gelovige moet het lezen. Verschillen in leer kunnen er dan zijn tussen Luther en Calvijn, Cranmer en Knox, maar zij allen zien een gemeenschappelijke vijand in het antichristelijke pausdom, het roomse Babylon, de zetel van de mens der zonde, de ´kleine hoorn´met zijn bisschoppelijke ogen en godslasterlijke mond, die oorlog tegen Gods heiligen voert en de koningen der aarde dronken maakt met het bloed der heiligen terwijl hij Gods wet en tijden verandert en zich in Gods Tempel, Zijn gemeente, laat aanbidden alsof hij een god is maar wiens komst naar de werken van de duivel is, bedrieglijk en vol onrecht! Christus zal hem bij Zijn wederkomst vernietigen met de adem van Zijn mond en het Eeuwige Koninkrijk zal aanbreken. Christus zelf zal de aarde regeren, en Zijn heiligen met Hem. Zullen wij het meemaken, of duurt het nog 100 jaar, dacht men in de 16e eeuw!

De roomse kerk verloor in die 16e eeuw veel van haar macht en vastgoed. De leer van de reformatie werd verketterd. ´Sola Scriptura´, de Schrift alleen, is wat alle protestante stromingen riepen. De roomse leer was die van de schriften en de tradities van de kerk, waarbij de tradities en pauselijke inzichten zwaarder wogen dan de schrift. Wanneer de bijbel iets anders voorschreef dan de paus moest de bijbel wijken. Vooral omdat de zondag door de roomse kerk in de plaats van de sabbat werd gezet, terwijl in de schriften deze dag nooit de zegen of het teken van de sabbat verkreeg maar een 'werkdag' Gods was, vond de roomse kerk de protestanten hypocriet en een afvallige dochter van de moederkerk. Zoals de Sabbath een merkteken is tussen God en zijn volk (Gij zult evenwel mijn sabbatten onderhouden; want dit is een teken tussen Mij en tussen ulieden, bij uw geslachten; opdat men wete, dat Ik de HEERE ben, Die u heilige.), zo is de zondag het merkteken van de roomse authoriteit over haar gelovigen! Ketters waren zij dus, en het was een goede daad zulke ketters te vermoorden, zo verkondigde Rome bij het Concilie van Trent. De Protestantse bijbel, geworteld in de Byzantijnse geschriften, werd een verboden boek. Om dit godslasterlijke protestantse boek tegen te gaan kwam van de hand van de Jezuieten een bijbel die later, met aanpassingen op vele plaatsen de Douay bijbel werd, een vertaling van de grondteksten van Vaticaanse (Ariaanse) manuscripten.

De vraag of we de nieuwe vertalingen dan wel de oude moeten vertrouwen is er dus een die vanaf de geboorte van het christendom speelt. Duidelijk is dat er sinds het begin van het christendom een strijd gaande is over de bijbel! Van de 4e tot de 13e eeuw ging deze tussen de Waldensen en de Papisten, en daarna tussen de Reformanten en de Jezuieten, een strijd die in Engeland daadwerkelijk uitgroeide tot een ware oorlog tussen de Spaanse Armada en het Engelse vlootje, waarin de machtige Armada in een storm voor de Britse kust verging! En vandaag speelt deze strijd nog steeds.

In onze tijd zijn er vele argumenten gevonden om de Byzantijnse geschriften te wantrouwen. Aangezien alle originele manuscripten verloren gegaan zijn moeten we, zo leert men, naar de oudste bestaande kopieen op zoek gaan. Van de Byzantijnse manuscripten bestaan er meer dan 1900 kopieen, die alle in detail met elkaar overeenstemmen. De oudste van deze stamt echter uit de 13e eeuw, terwijl van de Roomse en Alexandrische manuscripten, waarvan er geen 1900 maar slechts enkele, niet met elkaar overeenstemmende kopieen bestaan, veel oudere kopieen bewaard zijn gebleven uit de 3e, 4e en 5e eeuw. Veel teksten die in de Byzantijnse manuscripten geschreven staan komen in het geheel niet voor in deze veel oudere manuscripten. Reden dus om aan te nemen dat duizenden woorden die in de Byzantijnse kopieen voorkomen helemaal niet tot de oorspronkelijke tekst behoren! Er bestaan echter zeer oude brieven, ook uit de 4e en 5e eeuw, van de ´kerkvaders´ die elkaar schreven met betrekking tot de schrift. Hierin citeren zij de schrift, maar veel van hun citaten komen niet voor in de oude Alexandrische en Roomse manuscripten maar wel in de Byzantijnse jongere kopieen. Bewijs dus dat wat in de minder oude manuscripten wel geschreven wordt ook in hun tijd als heilige schrift bestond.

Vandaag dus... Hoe wordt deze strijd vandaag uitgevochten?

In 1844 werd in een klooster op de berg Sinai (waar de Wet aan Moses gegeven werd!) in vuilnisbak een zeer oud manuscript gevonden (4e eeuw). Onderzoekers kwamen tot de conclusie dat teksten op veel plaatsen tot 70 keer toe waren ´uitgegumd´ en opnieuw geschreven. Waarschijnlijk de reden dat het manuscript in de vuilnisbak belandde. Hoe dan ook, het was heel oud en daarom zeer bertrouwbaar, van Alexdrandrische origine en komt in het schema hierboven voor als ´Codex Aleph´, een van de pilaren waarop de moderne ´vertalingen´ rusten.

In onze verlichte tijd moest er voor eens en altijd duidelijkheid gecreeerd worden omtrent de bijbel. Omdat de kennis van het antieke Grieks in een vergevorderd stadium was moesten wetenschappers zich buigen over de antieke teksten. Hiertoe werden de heren Westcott en Hort aangesteld, en met hen begint dan het moderne, wellicht laatste bedrijf van de ´Strijd om de Bijbel´. Deze mannen schreven, gebasseerd op de oude manuscripten, de Griekse tekst (Revised Version 1881)

waarvan  alle moderne vertalingen afgeleid zijn!

Wie waren deze mannen? En wat geloofden zij?

Hun zoons schreven de boeken `The life and letters of Brooke Foss Westcott` en `The life and letters of Fenton John Hort`, die inzicht geven in hun overtuigingen.

B.F. Westcott werd in 1825 geboren, F.J.A. Hort in 1828. Ze waren leden van de High Church Party of England en raakten bevriend op de universiteit van Cambridge. Ze werkten meer dan 30 jaar samen met als onderwerp de Griekse teksten van het Nieuwe Testament. Westcott werd later Bisschop van Durham en diende als kapelaan voor koningin Victoria. Hort werd meest bekend als professor of Divinity aan de universiteit van Cambridge.

Zowel Hort als Westcott verwierpen de idee van bijbelse onfeilbaarheid. Hort noemde de leer van plaatsvervangende verzoening immoreel. Westcott ontkende de historiciteit van Genesis 1 t-m 3. Hort roemde Darwin´s theorie en ontkende de Godheid van Christus! Hij zegt in een brief aan dominee John Ellerton dat hij in pergatory (het roomse vagevuur) gelooft, en dat men zich ook na dit aardse leven kan bekeren. Tegen een student zegt hij dat de idee van zuivering van de ziel door vuur door de bijbel wordt geleerd. Hij vindt dat het aanbidden van Maria en het aanbidden van Jezus veel gemeen hebben in hun oorsprong en resultaat...Ook Westcott schrijft onder de indruk te zijn van Mariaverering en wenst de leer van haar wonderen te verkondigen. In de Mariatempel van ´La Salette´ krijgt hij de idee dat God Zich nu niet in 1 vorm, maar in vele vormen openbaart.

Voor hen is Protestantisme een tijdelijke stroming en dat we zullen terugkeren tot het zuivere Catholisisme...

In een brief van Hort aan John Ellerton schrijft Hort aangaande de in 1844 in een vuilnisbak gevonden Codex Aleph ´Ik had geen idee van het belang van de teksten, omdat ik zo weinig Griekse Testamenten gelezen heb behalve die vuile Textus Receptus. Denkend aan die smerige Textus Receptus die geheel op late manuscripten leunt is het een zegen dat er zulke vroege manuscripten bestaan` (Life, Vol.I, p.211). Aan dezelfde Ellerton schrijft hij dat hij samen met Westcott van plan is een Griekse tekst samen te stellen `die niet misvormd zal zijn door Byzantijnse corrupties`(Life, Vol.I, p.250). Westcott schrijft aan Hort `Betreffende onze voorgenomen recentie van de tekst van het Nieuwe Testament zou volgens mij ons doel moeten zijn een tekst samen te stellen voor gewoon en algemeen gebruik. Met dit in het achterhoofd zou het niet het best zijn om slechts enkele veranderingen in de Textus Receptus aan te brengen, en in de marge dat wat waarschijnlijk of opvallend is te noteren?`

Vanzelfsprekend kenden de Britten (en ook wij Hol- en Nederlanders) hun bijbel goed. In 1 keer de hele bijbel veranderen zou een stroom van kritiek opleveren. Nee, een beetje hier en een beetje daar, met opmerkingen in de marge en langzaam aan, versie voor versie de hele boel veranderen is veel slimmer...

Westcott gaat nog een stapje verder... `Ik voel mij erg beschaamd om wat volgens mij vervalsde kopieen van de Heilige Schrift zijn in omloop te brengen, en zou zeer graag iets leveren om deze te vervangen. Dit kan geen tekst zijn die alleen op ons eigen oordeel berust, ook al zijn wij niet te onervaren om er een te maken, maar deze moet gedragen worden door een helder en duidelijk vooroverwogen bewijs. De marge zal veel ruimte bieden voor onze eigen vindingrijkheid of principes... Mijn wens zou zijn om de populaire Textus Receptus onveranderd te laten, behalve daar waar zij duidelijk fout is`(Life, Vol.I, pp.228,229).

Ja, u leest het goed. Westcott zegt hier dat ze samen een geheel nieuwe eigen bijbel kunnen schrijven! We kunnen nog wel even doorgaan hun godslasteringen te citeren, maar de gemiddelde lezer zal ons punt onderhand wel begrepen hebben. Verderop zullen we eens kijken welk soort veranderingen deze ´verlichte´ heren zoal in uw ´Nieuwe Vertaling´geintroduceerd hebben, maar momenteel willen we enkele van hun overige geestelijke interesses beschouwen, waarin ook mevrouw Blavatsky haar ´lichtgevende Lucifer´zal opsteken!

Nadat Hort de Textus Receptus ´smerig´ noemt schrijft hij dat hij met Westcott en een aantal andere prominente figuren een genootschap voor onderzoek naar geesten en allerlei bovennatuurlijke verschijningen heeft opgezet, en dat zij allemaal geloven dat zulke dingen echt bestaan. Ze willen er een mooie naam aan geven en voorlopig heet het de ´Ghostly Guild´.
In 1882 wordt de ´Society for Psychical Research´ opgericht, die zich bezighoudt met onderzoek naar spiritualisme, spiritisme, telepathie, helderziendheid, etcetera. Een groep andere heren van Cambridge Trinity College en Darwin nemen er ook aan deel. Ze worden hierin geinspireerd door de Cambridge University Ghost Society, opgericht door Edward White Benson, de latere Aartsbisschop van Canterbury! Hiertoe aangetrokken richtte de Russische Helena Petrovna Blavatsky haar Theosofische Genootschap op, waarin later het ´channeling´ (waarbij een geest de hand van een medium doet schrijven) zijn intrede deed. Vandaag de dag is Horts Society for Psychical Research het genootschap dat de New Age Movement leidt! Hort was ook lid van verschillende geheime genootschappen, waaronder de mysterieuze groep ´The Apostels´, en bleef altijd een dankbaar en trouw lid van de ´Secret Club´, die rond 1900 bekend was om de vele gedistingeerde heren die ertoe behoorden. Hij was verantwoordelijk voor de tekst van de eed die de leden van een stille samenzwering zwijgplicht oplegt.

Deze 'godvruchtige, protestante' mannen hebben dus de Griekse tekst samengesteld waarop uw Nieuwe Vertaling berust.

De '"Nieuwe Wereld Vertaling" van de Jehova's Getuigen maakte gretig gebruik van het nieuwe 'Woord van God' en werd de eerste uitgave van de bijbel gebasseerd op de 'hervonden waarheid' van Westcott en Hort. Unitariaans als deze denominatie is, was Gods nieuwe woord van harte welkom. Eindelijk kon aan de hand van de grondtekst aangetoond worden dat Jezus een geschapen wezen is!

Nu dan enige voorgeschiedenis besproken is, kunnen we ons met de vertalingen zelf bezighouden. Vanzelfsprekend is het wenselijk om het oude Nederlands van de Statenvertaling vervangen te zien door hedendaagse taal. De grote prestatie van de reformanten was immers de bijbel in levende talen aan de wereld terug te geven. De taal van de oude SV is voor veel mensen een vreemde, en niemand uit zich vandaag de dag in de woorden die zij gebruikt. Hoe mooi zou het zijn als godvruchtige, protestante mannen (en/of vrouwen) de Textus Receptus vertalen zouden in hedendaags Nederlands. Maar nee, de nieuwe vertalingen gebruiken alleen de Alexandrische grondtekesten.

In het gebruik, en vooral in studie van deze nieuwe vertalingen is het raadzaam daarnaast ook een SV te gebruiken voor referentie.

Om het christendom acceptabel te maken voor vele andere godsdiensten zijn verschillende zaken absoluut noodzakelijk. Allereerst kan Jezus NIET God zijn. Hij mag van God komen, hij mag wonderen verrichten, maar de Eeuwige God Zelf kan Hij niet zijn. Laat staan dat Hij ´God in het vlees gekomen´ is. De eucomenische 'schepper / god' houdt zich, esotherisch als hij is, verre van het stoffelijke. Ook de lichamelijke opstanding is een vervelend punt in oecomenisch licht, en als het even kan wordt deze dan ook afgezwakt of verzwegen (zie bv. Markus 16 verzen 9-20. In de esotherische leer bestaat nl. geen lichamelijke opstanding). Ook schriftplaatsen waarin Jezus profetieen vervult worden graag afgezwakt of veranderd.

De catholieke krant ´Dublin Review´ van juli 1881 plaatste een stukje over de toen net bekende veranderingen. `Alleen op grond van tekstuele kritiek durven deze mannen het aan om meer dan 40 verzen van het geinspireerde woord weg te stemmen. De Doopsgetuigenis van de Eunech is verdwenen, de engel van Bethesda is gevlogen, de Hemelse Getuigen zijn vertrokken, en geen voetnoot of de marge treurt om dit verlies. De laatste 12 verzen van het Evangelie van Markus zijn apart van de rest van het Evangelie gezet, klaar om te verdwijnen zodra Dean Burgon sterft. Vele verzen staan tussen haken of worden in de marge gemerkt als bomen in een bos om spoedig omgehakt te worden door de bijl van de criticus. Wie zal zeggen wanneer de vernietiging ophoudt?  Dit werd in 1881, toen de ´revisie´ nog maar net begonnen was, geschreven! Vandaag de dag vindt de gemiddelde bijbellezer het maar wat 'prakties' wanneer de 'geleerde man' voor hem besluit wat wel, dan wel niet de moeite van het lezen waard is...

 

 

Vraag / Reactie
Vul de velden in en klik "Verstuur".

 

Next

Top

Free Web Hosting