De
Reformatie
Men kan stellen dat de meeste mensen in
Nederland een bijbel hebben waar ze nooit in gelezen hebben.
Meestal waren Pa en Ma gereformeerd kerkelijk en gingen de kids
wel eens naar de kerk, maar eigenlijk was het omdat Opa en Oma
zo gelovig waren dat Pa en Ma naar de kerk gingen...
Tegenwoordig hebben mensen er gewoon niet veel meer mee. En
samen met Pilatus zeggen ze `Ach, wat is waarheid?`
Daarbij is de kerk vaak ook wat lauw
geworden. Knuffelclubjes van mensen die zeggen dat je lief voor
elkaar moet zijn en dat het Koninkrijk van God in onze harten
bestaat. Veel verschil tussen de ene en de andere andere
godsdienst bestaat er niet. Ze willen gewoon allemaal liefde en
vrede en de mens is eigenlijk gewoon best wel goed. En ja, als
je hier geboren bent ben je christelijk en verderop een hindu
of een moslim. Allemaal 1 pot nat!
Er was echter een tijd dat dat wel anders
was. In de naam van God werd je verteld wat je geloven moest en
als je dat niet deed kwam je minimaal levend en wel in de hel
en in veel gevallen hielp een aan de paus bevriende macht wel
een handje om dat te bespoedigen. Als Hindu kon je met een
beetje pech na de dood een varken worden, of Shiva weet wat
voor miserabele ellende je wachtte als je dit en dat niet zo en
zo deed, en ook de moslim mocht wel op z'n tellen passen, want
anders hield ook Allah je na de dood op een vreselijke manier
in leven!
Voor wat de christenheid betrof geloofden de
meeste mensen echt wat ze verteld werd en gehoorzaamden
daadwerkelijk de Canonwet en Dogma van de roomse kerk. Een
bijbel had je niet, en als je er al een had had je er niks aan,
want dat ding was in het Latijn geschreven en er was geen volk
op de wereld dat die taal sprak. Het was de geheimtaal van de
kerkelijke geestelijkheid. Zij vertelde je wat goed en fout was
en zo was het al eeuwenlang.
Toen kwam de Reformatie en dat was 400 jaar
geleden en nu zijn we wel wijzer.
Maar wat was, nee, wat is de Reformatie?
Wie is er protestant? En waar protesteert zo
iemand tegen? Waarschijnlijk nergens tegen, want Protestantisme
is welhaast uitgestorven of uitgeroeid. Maar wat is
Protestantisme eigenlijk?
Pro -
(voor) en
Testari (getuigenis
geven).
Een ware Protestant is daarom een getuige voor de waarheid. Het
zich eenvoudig verzetten tegen iets dat fout is, is geen
Protestantisme. De ware Protestant brengt in de eerste plaats
een positieve boodschap. Zijn houding zal die van zijn Meester
zijn die zei `... Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen,
doch om de wereld te behouden (John 12:47). Dat betekent niet
dat kwaad niet ontmaskerd moet worden, maar dat kwaad
door middel van de
waarheid ontmaskerd moet worden...
Pro-Testari.
Als je in de bijbel leest dat mensen het
Evangelie in het jaar 50 zo geweldig vonden, dan denk je dat
die mensen niet goed wijs waren, of dat de boodschap toen wel
wat anders klonk dan dat geleuter van tegenwoordig. Toen had
het Evangelie kracht, het veranderde je leven compleet. En de
kerk was toen echt geen knuffelclubje! Wie geloofde in Christus
was z'n leven niet zeker.
Een poos later was alles veranderd. In de 3e
en 4e eeuw was de kerk verworden tot een zooitje machthebbers
die zaten te bakkelijen over allerlei idioterie, en iedereen in
het romeinse rijk was 'christen'.
Voor wat de kerk betreft, begon de ellende
pas goed met ene meneer
Augustinus. Hij was een hoge
piet in de toen jonge kerk en schreef een boek dat hij ´De Stad
Gods´noemde. In dit boek verkondigde hij een theologie die
leerde dat de kerk het Koninkrijk
Gods was. Christus regeerde al met Zijn
heiligen. De Opstanding was er een van dode zielen tot
geestelijk leven. De kerk moest daarbij het leiderschap en
regering over de naties op zich nemen. In plaats van de
verkondiging van het Evangelie begonnen kerkelijke leiders
prestige en macht na te streven door politieke intrige. De
boodschap van het komend Koninkrijk en de opstanding van de
doden werd weggespiritualiseerd door deze theologie, en dit
leidde tot de donkere middeleeuwen!
Toen deze machtspositie steeds groter werd, begonnen mensen
zich ertegen te verzetten, waarbij de eersten die hun mond
opentrokken de Waldensen waren. Deze ´Protestante´ groep is
terug te voeren tot rond de 4e eeuw. De Waldensen werden
genadeloos vervolgd, verbrand, gestenigd, doodgelagen,
doorboord, etcetera door de kerk, het ´Koninkrijk van God´! Zij
zagen de machtige kerk als
Antichrist!
Ook Joachim voegde zijn stem bij die van de
Waldensen. Door hem werden de boeken Daniel en Openbaring
belangrijk voor de tegenstanders van de kerk. 2 Eeuwen na
Joachim nam Wycliffe het stokje over, en hij en mannen als Huss
en Jerome werden sterk beinvloed door de visie van Joachim. Ook
deze stroming werd op een vreselijke manier door de kerk
vervolgd en protesten werden niet meer gehoord tot aan de 16e
eeuw, toen het profetische woord een verblindend licht over de
wereld liet schijnen! Mannen als Luther, Knox,
Calvijn, Baxter, Cranmer en honderden
anderen leidden de kerk uit de duisternis naar het licht van
Gods bijbelse waarheid! Zij waren het die de Reformatie op gang
brachten. Het Evangelie had weer kracht, maar wie geloofde in
Christus was z'n leven niet zeker.
De Reformatie stoelt op 2 ontdekkingen -
1 - Verlossing door
geloof in Jezus
Christus
2 - De ontdekking van de Antichrist
Als gezegd, het boek Daniel werd
belangrijk en kreeg veel aandacht. Allereerst wijst het direct
naar de tijd van de komst van de Messias, en dit niet
´ongeveer´, maar met een absolute precisie. Al willen we hier
de identificatie van Antichrist volgens de reformatie aantonen,
gaan we toch kort in op deze profetie omdat deze waarheid voor
gelovigen onomstotelijk vaststaat en daarom ook de
interpretatie van de profetie aangaande antichrist
geloofwaardig maakt en bewijst dat de 'jaar voor een
dag'-principe voor de interpretatie van profetische 'tijden'
juist is. De profetie van Daniel 9 vers 14 heeft een
tijdsspanne van 2300 dagen. De reformanten waren eensgezind
over de interpretatie van de profetische dag - een dag voor een
jaar, een jaar voor een dag (Ezekiel 4 - 6, Numeri 14 - 34). De
70 weken van Daniel 9 waren voor hen de eerste 490 jaar van de
2300 jaren waarop de profetie betrekking had.
Daniel
9:24-27 Zeventig
weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de
overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de
ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid
aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te
verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
25 Weet dan, en versta: van den
uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te
bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en
zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd
worden, doch in benauwdheid der tijden. 26 En na die
twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het
zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk
komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn
einde zal zijn met een overstromenden vloed, en tot het einde
toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten
verwoestingen. 27 En hij zal velen het verbond
versterken een week; en in de helft der week zal hij het
slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den
gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de
voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort
worden over den verwoeste.
Vanaf welk moment moest deze tijd geteld
worden? 25 Weet dan, en versta:
van den uitgang des woords, om
te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias,
den Vorst, zijn zeven
weken, en twee en zestig weken; de straten,
en de grachten zullen wederom gebouwd
worden,...
Ezra
7:12-13 12 Artahsasta, de koning aller
koningen, aan Ezra, den priester en schriftgeleerde in de
wet van den God des hemels, vrede enzovoorts.
13 Door mij is bevolen, dat allen
van het volk van Israël in mijn rijk, van de priesters en
Levieten, die gewillig zijn om naar Jeruzalem te trekken,
dat die met u trekken,..
Ezra 7:21
21 Ik, koning Artahsasta, heb dat
bevolen om alle schatmeesters aan gene zijde der rivier,
dat, wat Ezra, de priester en schriftgeleerde in de wet
van den God des hemels, ook van u eisen zal, gij daaraan
met zorg voldoet...
7 Weken, ofwel 49 jaren
na de uitgang des woords zou de tempel herbouwd worden, en 62
weken, ofwel 434 jaren later zal Messias,
de Vorst, komen. Artaxerses I,
koning van Perzie, deed dit woord uitgaan in 457 v.C
(geschiedkundig feit). Dit bevel van de koning Artaxerces
gaf de Joden de politieke vrijheid tot de herbouw van
Jeruzalem. 49 + 434 is 483 jaren na 457 v.C. brengt ons
tot het jaar 27 A.D (waarbij er geen jaar 0 bestaat). En
hier begint dan de 70ste week van de profetie, het jaar
waarin Jezus ongeveer 30 was en Zijn werk
begon.
Toen deze tijd, die Daniel geprofeteerd had,
vervuld was zei Jezus -
Mark 1:15 ... De tijd is vervuld, en het
Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft, het
Evangelie.
Galatians 4:4 4
Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn
Zoon uitgezonden,...
3 en een half jaar lang
openbaart Jezus zich als de Zoon van God en in de lente van het
jaar 31 A.D., in het midden van de 70ste week, wordt Hij het
Lam van God, dat de zonde der wereld wegneemt! Hij is het
ultieme offer. Het Mosaische systeem, een afspiegeling van dat
wat komen zou, heeft afgedaan - en in de helft der week zal hij
het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden...
Mark 15:38 38 En het
voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot
beneden.
SVV Hebrews
10:12 Maar Deze, een slachtoffer voor de zonden
geofferd hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan de
rechter hand Gods; (andere vertalingen zeggen iets als
´Maar Deze, 1 slachtoffer voor de zonden geofferd
hebbende voor eeuwig, is gezeten aan de rechterhand Gods.
Hier ligt de nadruk op het ene offer
voor altijd) KJV Hebrews 10:12 But this
man, after he had offered one sacrifice for sins for
ever, sat down on the right hand of
God;
3 en een half jaar later, in 34 A.D. wordt
Stephanus door de Joden gestenigd. De christenen
vluchtten en ene Saulus vervolgde hen. Deze kreeg een
visioen en Christus maakte hem Paulus, de apostel voor de
heidenen. De Joden, die samen met de Israelieten Gods
Boodschap aan de wereld verkondigden moesten hebben hun
deel van de overeenkomst verzaakt. Wie in Christus is,
die is Abrahams zaad! En in 34 A.D., 70 ´weken´ na ´de
uitgang des woords´, heeft het oude verbond
afgedaan!
Vanzelfsprekend is Daniels profetie aangaande
de komst van de Messias enigzins confronterend voor de
Joodse religie. In de Talmoedische Wet wordt dan ook,
alsof het een pauselijk bevel betreft, een rabbijnse
vloek uitgesproken over een ieder die de tijd van Daniel
9 vers 24 t/m 27 berekent -
`Moge de botten van de handen en de
botten van de vingers verrotten en uiteenvallen van hem
die de bladzijden van het boek van Daniel omslaat, om de
tijd van Daniel 9 vers 24 t/m 27 uit te vinden, en moge
zijn gedachtenis voor eeuwig wegrotten van het aangezicht
der aarde.` (Talmoedische Wet, p. 978, Sectie 2, Regel
28)
Profetie bleek een praktische handleiding, en
de reformatie ging haar bestuderen. De
aflaten verkopende roomse kerk werd aangezien voor wat
zij was.
"De kerk was totaal misvormd en moest
ge-re-formeerd worden. Waar Christus Heerser en Verlosser
had moeten zijn, had het pausdom Hem vervangen door een
dynastie van godlasterlijke troonpretendenten! Daarbij
stond deze 'vader', een geveinsd priester, tussen de mens
en zijn Maker, waarbij hij de weg naar het eeuwige leven
afsloot. Daar waar het licht van Gods liefde op de mens
zou moeten schijnen, werpt hij zijn dodelijke schaduw.
Hij beweert de sleutels tot hemel en hel te bezitten,
en terwijl hij "ketters" vernietigt, kan men
alleen door hem tot de troon van genade komen, voor zover
hij dat toestaat. Christus wordt verduisterd, het Heil
ontstolen, de pauselijke priester vervangt de Redder van
zondaars, het 'mysterie van ongerechtigheid'
vervangt het 'mysterie van godzaligheid, de trotse
paus van Rome voor de heilige Prins der Vrede, vergif
voor voedsel, en satan zelf wordt de kerk van Jezus
Christus aangesmeerd als haar Hoofd en Echtgenoot! Wat
een vervloekt systeem, een bijna
onvoorstelbare put van kwaad! Het weerhoudt de
stroom van hemels water in de wildernis, en verandert de
stromen van leven in stilstaand, verrot bloed! Het stopt
het schijnsel van hemels heilig licht, de
verlichtende invloed van evangelische waarheid, en stort
de wereld in treurnis en duisternis zo dik dat het
gevoeld wordt. Het weerhoudt de Hand van goddelijke
genade en vergiffenis en vervangt hem door de besmeurende
aanraking van priesterlijke vingers, bevlekt en
besmet met lust, schijnheiligheid en leugen! Het
verandert genade, die zoete en heilige geheimenis,
geestelijk, gewijd, niet van deze aarde, vrij, oh hoe
vrij, en hoe goddelijk, want het is de invloed van
de Geest!, het verandert dit in een mystieke gruwel, een
ondraaglijk mengsel, een iets gemanipuleerd door de
vingers van hypocrieten, bediend, zoals men zegt, door
sacramenten, zelf bedachte sacramenten en beleid. 7
sacramenten, voorwaar! Een iets, doorgegeven ook aan een
generatie van gemaakte pastoren van Jezus Christus en hun
bemiddelaars, en door hen uitgedeeld aan een
stervende wereld voor geldelijke overwegingen. Blozen zij
niet zulke verfoeilijke oplichterijen te vereeuwigen?
Heeft het menselijk belang voor de eeuwigheid in hun ogen
geen waarde? Wordt de genade Gods omgezet in een of
andere walgelijke valuta, zodat het in de zakkken van
priesters kan verdwijnen om door hen in omloop
gebracht te worden als door schurken en landlopers gejat
geld? Is hun geweten dood in hun binnenste? Dood? Het is
zo goed als dood, "als met een brandijzer toegeschroeid"
tot het het gevoel van goed en kwaad verloren heeft en
niet meer de schande kan voelen van een leer en wandel
die zelfs de mannen van Gomorra van schaamte zou doen
blozen! Een systeem dat de Waarheid bespot, het geweten
verhardt, de geest tot slaaf maakt, het hart bederft, dat
de bijbel begraaft, de bediening prostitueert, de
sacramenten ontheiligt, de heiligen vervolgt, de kudde
van Christus verraadt en afslacht, en schandelijkheid
bedrijft tegen alles dat heilig en Goddelijk is, -
verdient en eist te worden ontmaskerd, verafschuwd,
veroordeeld, vernietigd en uitgeroeid uit een gewonde
wereld!
En God wekte de
Reformatie op om dit werk van protest, ontmaskering,
veroordeling en verlossing uit te
voeren. Om de mens Zijn Woord terug te
geven, en hun rechten, om de ogen der natien te openen,
om ze op te richten en op hun eigen benen te staan als
verantwoordelijk en vrij, om hun geest te bevrijden van
de nachtmerrie van het duistere beklemmende angstgevoel
en priesterlijke overheersing en tyrannie, om de orde en
de voorrechten van de primitieve en pure religie weder op
te richten; dat was het werk van de Reformatie dat God 3
eeuwen geleden in Europa verrichtte."
Bovenstaande schreef
Henry Grattan Guinness aan het eind van de 19e eeuw. Het geeft
weer hoe anders dan wij de christenen in de tijd van de
reformatie en tot aan het midden van de 18e eeuw over het
pausdom dachten. Guinness geeft in zijn boek "Romanism and the Reformation
from the standpoint of prophecy ([1887])" een ernstige
waarschuwing aan zijn tijdgenoten omdat hij ziet hoe alle met
kostbaar bloed gekochte en bevochten verworvenheden en
vrijheden zonder slag of stoot weggegeven worden aan het van
zijn dodelijke wond genezende pausdom, dat als een dronkaard
zonder geld het moment afwacht waarop hij zich wederom bezatten
kan aan het bloed der heiligen.
Maar hoe kwamen de
reformanten er toch bij dat het pausdom de zetel van de
antichrist was? Ze waren het lang niet altijd eens over
onderwerpen van leer, maar volledig unaniem in hun
identificatie van antichrist. Deze ene gemeenschappelijke
vijand bond alle reformatorische stromingen samen. Luther,
Tyndale, Melanchtin, Zwingli, Knox, Cranmer, Calvijn en vele
anderen waren volkomen overtuigd van dit feit en niet weinigen
van hen bekochten hun overtuiging met de dood! Voor hen was
Rome het "Babylon" van Openbaring en de pauselijke
'opperpriester' de geprofeteerde 'mens der zonde'. Scheiding
van de 'Kerk van Rome' en haar hogepriesterlijke hoofd was voor
hen een heilige plicht. Zij riepen elke christen op het
Apocalyptische bevel op te volgen, "Gaat uit van haar,
Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap
hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt." Voor hen was
afscheiding van Rome geen afscheiding van Cristus, maar van
Antichrist.
Wat
is dit Latijnse afvallige christendom dat zich rooms
noemt?
Er zijn 3 verschillende profetieen over de
opkomst, het karakter, de daden en de ondergang van dit
"Romanisme". De eerste vinden we in het boek Daniel, de tweede
in de brieven van Paulus, en de derde in de brieven en de
Openbaring van de hand van Johannes. Geen van deze drie is
apart van de anderen compleet. Alleen door de verschillende
eigenschappen samen te voegen krijgen we een perfect beeld.
Zoals we van 1 evangelie geen compleet beeld van het leven van
Christus kunnen krijgen, maar rekening moeten houden met wat er
in de andere 3 geschreven wordt om een compleet beeld te
krijgen, zo kunnen we van 1 profetie aangaande dit Romanisme
geen duidelijk beeld krijgen als we de andere 2 niet in onze
overweging mee nemen. Sommige eigenschappen van dit systeem
worden in alle 3 de profetieen gegeven, zoals de dood en
opstanding van Christus in alle 4 de Evangelieen worden
beschreven. Adere eigenschappen worden in 2, en andere slechts
in 1 van de profetieen genoemd. Zoals we mogen verwachten van
de profeet die opgeleid was tot staatsman en regent van
Babylon, laat Daniel's gezicht de politieke wandel en het
karakter van dit Romanisme zien. De apostel Paulus toont in
zijn gezicht de kerkelijke wandel en karakter van deze macht,
en Johannes' profetieen, zowel in Openbaring 13 en 17, tonen
een combinatie van deze 2; de wederzijdse relatie van de
Latijnse kerk en de Roomse staat. Hij gebruikt samengestelde
figuren waarvan een kant het politieke aspect van het Romanisme
als tijdelijke, voorbijgaande regering voorstelt, en de andere
kant het religieuze, kerkelijke systeem.
Allereerst bekijken we Daniel's
politieke gezicht met zijn voorzegging van de grootse macht der
duisternis die opkomt in het 4e rijk, zoals beschreven in
hoofdstuk 7 van zijn boek.
3 En er klommen vier grote
dieren op uit de zee, het ene van het andere
verscheiden. 4 Het eerste was als een leeuw,
en het had arendsvleugelen; ik zag toe, totdat zijn
vleugelen uitgeplukt waren, en het werd van de aarde
opgeheven, en op de voeten gesteld, als een mens, en aan
hetzelve werd eens mensen hart
gegeven. 5 Daarna, ziet, het andere dier,
het tweede, was gelijk een beer, en stelde zich aan de
ene zijde, en het had drie ribben in zijn muil tussen
zijn tanden; en men zeide aldus tot hetzelve: Sta op, eet
veel vlees. 6 Daarna zag ik, en ziet, er was
een ander dier, gelijk een luipaard, en het had vier
vleugels eens vogels op zijn rug; ook had hetzelve dier
vier hoofden, en aan hetzelve werd de heerschappij
gegeven. 7 Daarna zag ik in de
nachtgezichten, en ziet, het vierde dier was schrikkelijk
en gruwelijk, en zeer sterk; en het had grote ijzeren
tanden, het at, en verbrijzelde, en vertrad het overige
met zijn voeten; en het was verscheiden van al de dieren,
die voor hetzelve geweest waren; en het had tien
hoornen. 8 Ik nam acht op de hoornen, en
ziet, een andere kleine hoorn kwam op tussen dezelve, en
drie uit de vorige hoornen werden uitgerukt voor
denzelven; en ziet, in dienzelven hoorn waren ogen als
mensenogen, en een mond, grote dingen
sprekende. 9 Dit zag ik, totdat er tronen
gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens
kleed wit was als de sneeuw, en het haar Zijns hoofds als
zuivere wol; Zijn troon was vuurvonken, deszelfs raderen
een brandend vuur. 10 Een vurige rivier vloeide, en
ging van voor Hem uit, duizendmaal duizenden dienden Hem,
en tien duizendmaal tien duizenden stonden voor Hem; het
gericht zette zich, en de boeken werden
geopend. 11 Toen zag ik toe vanwege de
stem der grote woorden, welke die hoorn sprak; ik zag
toe, totdat het dier gedood, en zijn lichaam verdaan
werd, en overgegeven om van het vuur verbrand te
worden. 12 Aangaande ook de overige
dieren, men nam hun heerschappij weg, want verlenging van
het leven was hun gegeven tot tijd en stonde
toe. 13 Verder zag ik in de
nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des
hemels, als eens mensen zoon, en Hij kwam tot den Oude
van dagen, en zij deden Hem voor Denzelven
naderen. 14 En Hem werd gegeven
heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle
volken, natiën en tongen eren zouden; Zijn heerschappij
is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal, en
Zijn Koninkrijk zal niet verdorven
worden. 15 Mij Daniël werd mijn geest
doorstoken in het midden van het lichaam, en de gezichten
mijns hoofds verschrikten mij. 16 Ik naderde tot een dergenen,
die daar stonden, en verzocht van hem de zekerheid over
dit alles; en hij zeide ze mij, en gaf mij de uitlegging
dezer zaken te kennen. 17 Deze grote dieren, die vier
zijn, zijn vier koningen, die uit de aarde opstaan
zullen. 18 Maar de heiligen der hoge
plaatsen zullen dat Koninkrijk ontvangen, en zij zullen
het Rijk bezitten tot in der eeuwigheid, ja, tot in
eeuwigheid der eeuwigheden. 19 Toen wenste ik naar de
waarheid van het vierde dier, hetwelk verscheiden was van
al de andere, zeer gruwelijk, welks tanden van ijzer
waren, en zijn klauwen van koper; het at, het
verbrijzelde, en vertrad het overige met zijn
voeten. 20 En aangaande de tien hoornen
die op zijn hoofd waren, en den anderen, die opkwam, en
voor denwelken drie afgevallen waren, namelijk dien
hoorn, die ogen had, en een mond, die grote dingen sprak,
en wiens aanzien groter was, dan van zijn
metgezellen. 21 Ik had gezien, dat diezelve
hoorn krijg voerde tegen de heiligen, en dat hij die
overmocht, 22 Totdat de Oude van dagen kwam,
en het gericht gegeven werd aan de heiligen der hoge
plaatsen, en dat de bestemde tijd kwam, at de heiligen
het Rijk bezaten. 23 Hij zeide aldus: Het vierde
dier zal het vierde rijk op aarde zijn, dat verscheiden
zal zijn van al die rijken, en het zal de ganse aarde
opeten, en het zal dezelve vertreden, en het zal ze
verbrijzelen. 24 Belangende nu de tien hoornen:
uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en een
ander zal na hen opstaan; en dat zal verscheiden zijn van
de vorigen, en het zal drie koningen
vernederen. 25 En het zal woorden spreken
tegen den Allerhoogsten, en het zal de heiligen der hoge
plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden en de wet
te veranderen, en zij zullen in deszelfs hand overgegeven
worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte eens
tijds. 26 Daarna zal het gericht zitten,
en men zal zijn heerschappij wegnemen, hem verdelgende en
verdoende, tot het einde toe. 27 Maar het rijk, en de
heerschappij, en de grootheid der koninkrijken onder den
gansen hemel, zal gegeven worden den volke der heiligen
der hoge plaatsen, welks Rijk een eeuwig Rijk zijn zal;
en alle heerschappijen zullen Hem eren en
gehoorzamen.
In deze verzen zien we
het hele verhaal van het pausdom, haar toekomst en verleden en
het oordeel Gods over haar morele karakter en morele leegte!
Konden we maar in 3D voor uw ogen afspelen hoe dit
verschrikkelijke, gruwelijke en zeer sterke 4e wilde beest, met
zijn koperen klauwen en ijzeren tanden, zijn briezende en
woeste karakter, met zijn 10 hoornen en de vreemde, op een
hoofd lijkende 'kleine hoorn' die kan zien en spreken en de
Almachtige belasteren, om dan uiteindelijk de vernietiging van
dit beest te tonen. Zie hoe het beest zijn vijanden verscheurt
en verbrijzelt, hun botten versplintert, hun vlees verteert, om
dan moedwillig met zijn koperen klauwen wat hij niet kan
opvreten vertrapt en plat stampt.
Gelukkig hoeven we niet te gissen naar de
betekenis van dit monster; het symbool heeft en Goddelijke
interpretatie: "Het vierde dier zal het vierde
rijk op aarde zijn". Het staat buiten alle kijf dat dat Rome
was, en daarover zijn alle geschiedkundigen het eens. Het
eerste beest is het Babylonische rijk, het tweede het
Medo-Perzische rijk, het derde het Griekse en het vierde
het Romeinse rijk. Dit monster stelt Rome voor en haar
bestaan als de opperste regerende macht na de val van het
derde, Grieks - Macedonische beest. Het stelt daarom de
geschiedenis van Rome voor van meer dan de afgelopen 2100
jaar tot een tijd die nog in de toekomst ligt. Want het
beest verwoest en heerst en zijn karakteristieke kleine
hoorn lastert God en roemt zichzelf
totdat

het aan zijn einde komt en "de
heiligen der hoge plaatsen zullen dat Koninkrijk
ontvangen, en zij zullen het Rijk bezitten tot in der
eeuwigheid, ..."
Belangrijk is dat we 1 historisch feit
begrijpen: De heerschappij van Rome heeft sinds haar
begin nooit opgehouden te bestaan, op een korte periode
na tijdens de Gothische invasie. Haar karakter is
veranderd, maar zij is gebleven. Rome regeerde de wereld
tijdens de eerste komst van Christus, en regeert nog over
honderden miljoenen mensen, en zij zal dat blijven doen
tot de wederkomst van Christus. Deze profetie maakt
duidelijk dat de heerschappij van Rome niet vernietigd
zal worden tot des mensen Zoon de heerschappij over de
aarde op zich nemen zal.
De heerschappij van Rome heeft niet
opgehouden te bestaan! Het was een wereldse macht
gedurende haar eerste 5 tot 6 eeuwen, en een kerkelijke,
afvallige christelijke macht voor de 12 a 13 eeuwen
daarna. Daar tussen in leek het alsof de grootse stad een
fatale dreun gekregen had van haar Gothische
overwinnaars, maar de roomse heerschappij herleefde in
een nieuwe vorm en was onder de pausen van de 13e eeuw
even reeel als onder de ceasars van de 1e eeuw. Het was
zo onderdrukkend, wreed en bloedig onder paus Innocent
III als onder Nero en Domitian. Diocletian weerstond het
Evangelie en vernietigde de heiligen niet minder dan de
Inquisitie dat deed in pauselijke tijden. Rome bleef wat
zij was, zowel in moraal als in locatie. Ze wordt
vertegenwoordigd door dit ene vreselijke beest en de
hoorns. Het heidense Rome, en het pauselijke Rome, het
oude rijk en het moderne pontificaat, het een het rijk
der Ceasars, het andere het roomse pausdom!
Veel detail zien we nog niet in het 2500
jaar oude gezicht van Daniel. Het toont twee onderdelen
van roomse geschiedenis: het onverdeelde militaire rijk,
en het gemenebest van pauselijk 'christendom' , de een zo
Latijns in karakter als de ander. En het toont het einde
van Rome bij de Wederkomst van Christus! Toch zien we
duidelijk de morele en religieuze eigenschappen vn de
macht die vanuit Rome heerst in het tweede deel van de
geschiedenis, de macht gesymboliseerd door de trotse,
intelligente, godlasterlijke, op een hoofd gelijkende
'kleine hoorn' van het roomse beest. Hieraan wordt het
grootste deel van het gezicht gewijd, en laten we de
punten bekijken en zien of dit profetische symbool en
hieroglyph daadwerkelijk het roomse pausdom uit wil
beelden.
1: Haar plaats:Binnen de grenzen van het
4e rijk.
2: De tijd van haar begin: Kort na de
verdeling van het Romeinse rijk in 10
koninkrijken.
3: Haar aard: Anders dan de andere
koninkrijken, hoewel in bepaalde aspecten gelijkend. Het
is een hoorn, maar met ogen en een mond. Het is een
koninkrijk, een monarchie als de anderen, maar haar
koningen zouden opzichters, of bisschoppen en profeten
zijn.
4: Haar morele karakter: Snoevend en
godslasterlijk, grote dingen sprekende tegen de
Allerhoogste.
5: Haar wetteloosheid: Het zou zich de
authoriteit aanmeten tijden en wet te kunnen
veranderen.
6: Haar tegenstand tegen de heiligen: Het
is een vervolgende macht, en wel voor een lange tijd, en
het zal de heiligen van de allerhoogste ten gronde
richten, die voor een tijd in haar hand gegeven zullen
worden.
7: Haar duur: Tijd, tijden en een halve
tijd, ofwel 1.260 jaar.
8: Haar ondergang: Zij zal
haar heerschappij verliezen voor zelf vernietigd te
worden: "... men zal zijn heerschappij
wegnemen, hem verdelgende en verdoende, tot het einde
toe."
1: Dat het pausdom Rooms is staat
buiten kijf. Haar zetel is de stad van de 7 heuvelen, haar taal
het Latijn van de Ceasars, haar kerk is de kerk van Rome, de
enige kerk die naar een stad vernoemd is. Het pausdom voldoet
aan de 1e voorwaarde.
2:
7: Een "hoorn" in de bijbel symboliseert
politieke status, politieke macht. Het pausdom kreeg deze macht
in het jaar 538 toen Vigilius de pauselijke troon beklom onder
de militaire bescherming van Belisarius. In dit jaar werd het
door keizer Justinianus uitgevaardigde decreet wettelijk
erkend. Dit decreet maakte de bisschop van Rome hoofd over alle
kerken; hij bepaalde de leer en kreeg officieel de macht
'ketters' te corrigeren!
Als we vanfaf dit moment het 'jaar voor een
dag'-principe op de profetie hanteren, zouden we mogen
verwachten dat er 1.260 jaar later een einde komt aan deze
macht. Is er iets gebeurd met het pausdom in het jaar 1798 of
ergens rond die tijd? Heeft haar macht toen opgehouden te
bestaan?
In 1798 werd in Rome een fransman vermoord,
en dit gaf de Fransen een excuus om de stad te bezetten. Op 10
februari 1798 viel Berthier, een generaal van het leger van
Napoleon Rome binnen. Hij schafte de pauselijke regering af en
installeerde een seculiere regering! De oude paus zelf werd in
ballingschap afgevoerd naar Valence. Afgelopen was het met het
pausdom! Dood! (Later, wanneer we de gezichten van Johannes
bespreken, zullen we zien dat het pausdom herstelt van deze
schijnbaar dodelijke wond.)
Zoals u ziet
is dit niet af op 14/9/2010. Meer volgt
spoedig.
II. The Reformation was a return to primitive
non-apostate Christianity accomplished three cen turies
ago.
III.
Prophecy is
the mirror
of the
future.
Verder met ID
Antichrist...
Next
|